“Ik ben moe aan het einde van de dag en vervolgens slaap ik ’s nachts slecht.
Mijn hoofd gáát maar door.
Ik ben snel uit balans door iets wat gebeurt of door wat iemand zegt.
Mijn hoofd is TOPZWAAR.
Het zit boordevol met gedachten over hoe het ging, over hoe het zal gaan, over wat er moet, over wat lukt, over wat lastig is, over mezelf, over de ander,
over de toekomst, over wat was.“

Stop! Al is het maar even. Stop even.
Voel.
Verleg je aandacht van je hoofd naar je lichaam.
Voel!
Voel je voeten op de grond….je billen op de stoel….voel je adem die in en uit je stroomt
….stilte…..

“Als ik dat doe ben ik bang dat ik omval. Ik ben bang dat ik ga huilen en dat ik nooit meer ophoud.”

Een kort maar belangrijk fragment uit een gesprek de afgelopen week. Zo spannend kan het zijn. Jezelf voelen. Hier en nu. Voelen dat je er bent. Voelen wat er in je leeft.

In onze westerse wereld is dit een heel gewoon verschijnsel: Het voortdúrend op weg zijn. En als we niet letterlijk op weg zijn dan zijn we dat wel in ons hoofd. En van generatie op generatie dragen we deze drukdoenerij aan elkaar over.

Het tot rust komen, regenereren, voelen, precies hier aanwezig zijn krijgen de meesten van ons niet mee in onze opvoeding. We zijn veelal gericht op het vullen van ons hoofd, op analyseren, verhalen maken, overzicht houden met ons ‘controle centrum’.

Maar dan die zo belangrijke néérgaande beweging. Daar heb je je hoofd niet voor nodig. Daar blijkt je lichaam je grote bondgenoot.
Je hoofd is altijd ergens anders. Je lichaam is áltijd precies hier.
In je lichaam kun je op ieder moment thuiskomen. Rusten. Regeneren. Jezelf voelen.
Zodat je ontspant en voelt. Zodat je kunt genieten. Zodat je weer weet wat voor jou echt belangrijk is. Je kunt weer zelf kiezen. Je wordt weer stuurman of stuurvrouw.

Meditatie, yoga of mindfulness worden soms als zweverig ervaren. “Dat is niks voor mij hoor, daar ben ik veel te nuchter voor.” Hoor ik dan iemand zeggen.
Maar weet je wat eigenlijk echt zweverig is? In je hoofd wonen. Bezig zijn met wat was en met wat komt. Zonder dat je in contact bent met de wijsheid van je lichaam.

Als een tuimelaar topzwaar wordt gaat hij steeds meer duizelen en raakt sneller uit balans.
Maar met een stevige basis, met het zwaartepunt op de goede plek beweegt hij mee, kan hij tegen een stootje en herstelt zich snel.
Er is een natuurlijke balans.

Als je rust in je basis kun je moeiteloos leven en werken!